Zeehavens: politiek heeft te weinig oog voor problemen netcongestie

Posted by
Category:

De netcongestie oplossen, sneller vergunningen verlenen en meer stikstofruimte voor projecten rondom de energietransitie. Dat zijn de drie hoofdpunten waarmee het nieuwe kabinet na de verkiezingen aan de slag moet volgens de zeehavens. Het bleek tijdens het Verkiezingsdebat Nederlandse Zeehavens dat woensdagavond werd gehouden en was georganiseerd vanuit de vijf grootste Nederlandse zeehavens.

Tijdens het debat gingen kandidaat-Kamerleden Harmen Krul (CDA), Suzanne Kröger (GroenLinks-PvdA) en Dorien Blommers (D66) met elkaar in gesprek over de rol van de zeehavens in de Nederlandse economie en transitie naar een klimaatneutrale samenleving. Ook kwamen de vijf havenbedrijven en het bedrijfsleven vanuit de havens aan het woord over de vraagstukken die er spelen. Het ging om Port of Rotterdam, Port of Amsterdam, Groningen Seaports, Port of Moerdijk en North Sea Port.

Het debat werd opgehangen aan stellingen waar de politici op konden reageren, steeds ingeleid vanuit het bedrijfsleven of door een van de haven-ceo’s. Boudewijn Siemons (Port of Rotterdam) hamerde er voorafgaand aan een stelling rond het vestigingsklimaat op dat de energietransitie qua belang op de eerste, tweede en derde plek staat. Tegelijkertijd moet de transitie niet het vestigingsklimaat voor bedrijven in de weg staan.

‘Als wij niet de juiste condities bieden voor bedrijven, vertrekken ze’, beargumenteerde hij. ‘En dat is naar plekken waar de energietransitie niet voorop staat. Het creëren van een vestigingsklimaat waarin we kunnen blijven investeren en ondernemen is nu in het geding.’

Vanuit het publiek werd dit door Victor van der Chijs (voorzitter Rotterdamse ondernemersvereniging Deltalinqs) onderstreept. ‘Hoe moet de netcongestie worden opgelost? Hoe zorgen we voor stikstofruimte zodat installaties die helpen in de transitie kunnen worden gebouwd? De overheid moet op deze punten leveren.’

‘Maatschappelijk belang’

De drie politici waren het op grote lijnen steeds met elkaar eens. Ja, zeehavens spelen een grote rol in de energietransitie en ja, dat ondernemersklimaat moet gezond blijven. Zo pleitte Kröger van GroenLinks-PvdA voor vrijstellingen van stikstofruimte voor projecten rond de energietransitie vanwege het ‘maatschappelijke belang’.

Krul van het CDA en ook Blommers van D66 zijn daar voorstander van, hoewel de definitie van ‘maatschappelijk belang’ op punten anders is binnen de partijen. Blommers benadrukt dat er vooral duidelijk keuzes gemaakt moeten gaan worden; de keuzes van D66 zullen overigens eerder ruimte bieden aan woningbouw dan aan havenprojecten.

Netcongestie is volgens Kröger op te lossen door naar het maatschappelijke belang te kijken en niet langer te werken op basis van ‘first come, first served’. Een groene waterstoffabriek zou altijd voorrang moeten hebben in de aansluiting op bijvoorbeeld een datacentrum, vindt ze. Krul oppert om wellicht het beheer en het verdelen van de elektriciteit die er wel is aan de markt zelf te laten.

Aan het versnellen van procedures en vergunningstrajecten lijken de politici niet te veel willen tornen, tenzij het maatschappelijke belang opspeelt. Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, werd in Groningen Seaports in recordtijd een lng-terminal aangelegd om daarmee de gasvoorraad in Nederland veilig te stellen. Daarvoor werd een versneld vergunningstraject afgelegd. Directeur Cas König van deze zeehaven: ‘Het kan dus wel.’

Ruimte voor circulaire economie

Manon Bloemer, voorzitter van de VCNI, benadrukte het belang van circulair werken naast projecten om de energietransitie te versneller. ‘De chemische industrie produceert nu grotendeels op basis van fossiele grondstoffen. Dat verandert langzaamaan en de haven speelt daar een belangrijke rol in. Hoe wil de politiek dit faciliteren?’

Kröger beargumenteerde dat de systeemverandering die nodig is om klimaatneutraal te worden hand in hand gaat met circulair werken, terwijl laatstgenoemde niet voldoende urgentie vanuit de politiek heeft. ‘Circulair moet de norm worden.’ Krul en Blommers sloten zich daarbij aan. Directeur Koen Overtoom van Port of Amsterdam verzette zich tegen die argumentatie. Ook daar staat de netcongestie verandering in de weg.

‘Inzetten op de energietransitie kan niet parallel aan inzetten op grootschalig opwerken van afvalstromen om circulair te werken. De circulaire economie vraagt héél véél energie en ruimte. En dat is er nu niet. We kunnen niet verder omdat de elektriciteit er niet is.’

Bij de slotvragen vanuit de zaal benadrukte Siemons van Port of Rotterdam het belang van een betrouwbare politiek om langjarige plannen te kunnen maken. De rekening komt nu te vaak bij het bedrijfsleven te liggen, zei hij. ‘Hoe komt dat vertrouwen terug?’, vroeg hij de politici. Een duidelijk antwoord daarop kwam niet.