Financieel lek na tien jaar nog niet boven bij BCTN
De Nederlandse binnenvaartgroep BCTN blijft onder de streep verlies op verlies stapelen. Vorig jaar verloor het bedrijf, dat in de Benelux acht terminals exploiteert, bijna 800.000 euro. Dat blijkt uit de recent gedeponeerde jaarcijfers van moederholding BCTN Europe. Eerder waren er forse nettoverliezen in 2021 (-4 miljoen euro), 2020 (-2,9 miljoen euro), 2019 (-6 miljoen euro) en 2018 (-6,1 miljoen euro).
Wie nog verder terugbladert in de bij de Kamer van Koophandel gedeponeerde jaarverslagen van de BCTN Europe en haar voorgangers (Coöperatief Alinda Europe UA en Coöperatief Inland Terminals) komt erachter dat de groep, die terminals exploiteert in Roermond, Venray, Nijmegen, Den Bosch, Alblasserdam, Meerhout (B), Beringen (B) en Geel (B), de laatste tien jaar geen zwarte cijfers meer heeft afgeleverd. In totaal is er tussen 2013 en 2022 een nettoverlies van bijna 30 miljoen euro in de boeken bijgeschreven. De laatste nettowinst dateert van 2012 (25.689 euro).
Wel viel over het laatste boekjaar, 2022, het resultaat voor belastingen en rente (ebit) met ruim 1 miljoen euro (2021: -3,5 miljoen euro) weer positief uit voor BCTN Europe. Een gestegen financieringslast (+310.000 euro) naar 1,1 miljoen euro zorgde er echter voor dat het resultaat voor belastingen (ebt) alsnog rood kleurde (-86.000 euro). Uiteindelijk leidde dat door een belastingaanslag van ruim 700.000 euro tot een nettoverlies van 793.000 euro.
Dat is tegenvallend omdat de acht terminals qua inkomsten vorig jaar in aanzienlijk beter vaarwater terecht zijn gekomen. Zo steeg de omzet van BCTN Europe met maar liefst 17 miljoen euro naar 89,6 miljoen euro. Daarvan werd 45,9 miljoen euro (2021: 32,5 miljoen euro) in Nederland verdiend, terwijl de drie Belgische terminals goed waren voor een omzet van 43,5 miljoen euro (2021: 40 miljoen euro).
Payable move
De toename van de inkomsten kwam vooral voor rekening van een gestegen gemiddelde opbrengst (winstmarge) per zogeheten ‘payable move’ van 14,67 euro, zo schrijft de directie. Die toename was onder meer toe te schrijven aan hogere tarieven, het doorberekenen van gestegen energiekosten, meer afgehandelde containers en gestegen inkomsten uit opslag doordat containers langer op de overslagterminals verbleven.
Het bedrijf werd vorig jaar ook geconfronteerd met een serie tegenvallers in de vorm van hogere rentelasten en onderhouds- en energiekosten (+2,4 miljoen euro). Ook de huur, onroerendgoedbelasting en afschrijvingskosten stegen sterk (+1,5 miljoen euro). Daarnaast bracht de nieuwe Britse eigenaar Infracapital een bedrag van 662.000 euro in rekening als vergoeding voor geleverde ondersteuningsdiensten.
BCTN Europe moest blijkens het jaarverslag door de gestegen activiteiten verder meer tijdelijke krachten inhuren (+610.000 euro), terwijl er onder de noemer ‘andere operationele lasten’ 1,8 miljoen euro meer werd uitgegeven dan in 2021.
In totaal stegen de operationele lasten voor BCTN Europe vorig jaar met 6,6 miljoen euro naar 37,7 miljoen euro, blijkt uit de jaarstukken.
Minder containerbewegingen
BCTN zag verder het aantal betaalde ‘moves’ in 2022 met 27.918 dalen naar 858.507. Die teruggang van ruim 3% kon geheel worden toegeschreven aan de krimp op de Belgische terminals van Geel (-46.000) en Beringen (-28.000), blijkt uit het directierapport. De groei op de overslagterminals in Nijmegen (+ 41.000) en Den Bosch (+ 5.000) zorgde ervoor dat het verlies niet hoger uitviel. Een andere tegenvaller voor de groep was de lagere boekwinst op de verkoop van ‘terminal equipment’ (542.000 euro), meldt de directie.
Ondanks het aanhoudende nettoverlies blijven de bestuurders positief over de bedrijfswinst voor het lopende boekjaar 2023. Blijkens een prognose, gebaseerd op het bestaande klantenpakket, op tariefsverhogingen en op groei van het volume, verwacht de binnenvaartgroep dit jaar een operationeel resultaat (ebitda) van 10,3 miljoen euro te behalen bij een licht toegenomen omzet van 92,3 miljoen euro (+ 2,7 miljoen euro). Op de vraag of het fiscaal jaar 2023 ook onder de streep eindelijk zwarte cijfers zal opleveren voor de groep, blijft de directie het antwoord schuldig.
Voortbestaan
Enkele jaren geleden was de directie van BCTN nog aanzienlijk minder optimistisch en zette ze in het jaarverslag van 2019 zelfs nog grote vraagtekens bij het voortbestaan van het toenmalige moederbedrijf, de beheermaatschappij Coöperatief Alinda Europe. Redenen waren de zwakke liquiditeitspositie van de houdstermaatschappij, een negatief netto werkkapitaal (-764.000 euro) en het nettoverlies over dat jaar van 6 miljoen euro. Of deze zwakke financiële situatie de reden is geweest dat de Amerikaanse eigenaar, investeerder Alinda Capital Partners, de Nederlandse binnenvaartgroep medio 2021 verkocht aan de Britse belegger Infracapital, laat zich alleen maar raden.
Opvallend is wel dat de nieuwe Britse eigenaar vorig jaar de terminalgroep heeft voorzien van een royaal krediet van 55 miljoen euro, verstrekt door de geldschieters Investec en National AustraIian Bank. Die nieuwe lening is vooral bedoeld voor een herfinanciering van BCTN Europe. Blijkens de toelichting bij de jaarrekening gaat het daarbij onder meer om een versterking van werkkapitaal, maar ook om extra fondsen om onder meer toekomstige acquisities mee te bekostigen.
Beloning directie
Als onderdeel van deze herfinanciering werd vorig jaar ook het restant (12,5 miljoen euro) op de oude lening (25 miljoen euro) van NIBC Bank afgelost. Die had eigenlijk al in 2020 afgelost moeten zijn. De twee directeuren van BCTN Europe, topman Joop Mijland (62) en financieel directeur Alfons Metselaar (51), ontvingen in 2022 blijkens het jaarverslag van BCTN Europe een vergoeding inclusief pensioenkosten van bijna 740.000 euro.
In 2021 stond het tweetal op de loonlijst van de onderliggende houdstermaatschappij Inland Terminals BV en toucheerden ze een bedrag van 1,16 miljoen euro als beloning voor de managementdiensten, laat de jaarrekening van die vennoot zien. Een jaar eerder (2020) lag die compensatie met 734.866 euro weer in lijn met de beloning over 2022. Waarom in 2021 de vergoedingen ruim 400.000 euro hoger uitvielen, wordt niet toegelicht in de jaarverslagen.
Nettoverliezen BCTN door de jaren heen:
2013: -416.039 euro
2014: -450.524 euro
2015: -3,28 miljoen euro
2016: -3,54 miljoen euro
2017: -412.740 euro
2018: -6,1 miljoen euro
2019: -6 miljoen euro
2020: -2,9 miljoen euro
2021: -4 miljoen euro
2022: -793.000 euro
Bronnen: Jaarcijfers van BCTN Europe, Coöperatief Alinda Europe UA en Coöperatief Inland Terminals.
Infracapital bezit behalve de acht terminals van BCTN sinds anderhalf jaar ook branchegenoot Multimodal Container Services (MCS), met drie terminals in Noord-Nederland (Meppel, Leeuwarden en Groningen) en participaties in overslagbedrijven in de havens van Hengelo en Kampen.
MCS wist in 2022 blijkens het eigen jaarverslag een nettowinst te behalen van bijna 1,94 miljoen euro (2021: 1,97 miljoen euro) op een bruto-bedrijfsresultaat van 12,8 miljoen euro. Het bedrijf doet het met zestig werknemers financieel een stuk beter dan de grote broer BCTN met zijn honderdzeventig vaste medewerkers.
MCS legt zich vooral toe op containervervoer en -overslag en exploiteert een vloot van elf schepen, die jaarlijks goed zijn voor zo’n 100.000 containers. BCTN vervoert op jaarbasis zo’n 400.000 containers. De twee binnenvaartbedrijven zijn door Infracapital nog niet samengevoegd. Bij de overname van MCS eind 2021 zei algemeen directeur Joop Mijland van BCTN tegen Nieuwsblad Transport dat het nog ‘te vroeg’ was voor een bundeling van beide bedrijven. ‘Daar zullen we in de toekomst heus wel eens voor gaan zitten, maar voorlopig laten we het stof eerst maar eens neerdalen.’