Expediteurs, neem artikel 11.6 serieus
Er rust een inspanningsverplichting op de schouders van de expediteur indien er bij de uitvoering van een overeenkomst schade ontstaat waarvoor de expediteur zelf niet aansprakelijk is. Tenminste, als we ervan uitgaan dat expediteurs de Nederlandse Expeditievoorwaarden (artikel 11.6) op een juiste wijze met hun opdrachtgevers, de verladers, overeenkomen.
Het is voor expediteurs een punt van aandacht dit goed na te komen, want als zij in gebreke blijven, zijn zij een schadevergoeding verschuldigd aan de opdrachtgever die gelijk staat aan het bedrag dat de verlader had kunnen verkrijgen wanneer hij de overeenkomst zelf had uitgevoerd, verminderd met de compensatie die de opdrachtgever eventueel van de vervoerder heeft ontvangen.
Artikel 11.6 houdt eigenlijk in dat de expediteur alles moet doen wat in zijn vermogen ligt om de schade van de opdrachtgever te verhalen op degene die voor de schade aansprakelijk is. Een en ander vloeit voort uit het feit dat expediteurs zelf voor rekening en risico vervoersovereenkomsten (voor hun opdrachtgevers) sluiten, waarbij zij de contractuele wederpartij (inclusief rechten en plichten) zijn van de vervoerder en niet de verlader.
In geval van schade dient de expediteur dan ook de schadeveroorzakende partij aansprakelijk te stellen en niet de verlader.
Volgens artikel 63 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek dient de expediteur tevens zijn klant bij schade direct te laten weten welke overeenkomsten hij heeft afgesloten. Artikel 63 is dwingend recht, hiervan kan niet worden afgeweken. Tevens moet de expediteur alle documenten met betrekking tot de schade aan zijn opdrachtgever overhandigen. Een alternatief is dat de expediteur de contractuele verplichtingen overdraagt aan de opdrachtgever via een zogenaamde ‘expeditieverklaring’.