Erfa: ‘Spoormaatregelen vrachtpakket EU komen te laat’
Om echt impact te hebben op de volumes die over het spoor gaan moet het recente vrachtpakket van de Europese Commissie aanzienlijk verbeterd worden. Dit concludeert Erfa, de Europese belangenorganisatie voor het vrachtvervoer per spoor. Een deel van de in het pakket voorgestelde maatregelen moet volgens de organisatie niet in 2030 maar al in 2025 worden ingevoerd. Daarnaast wil de organisatie dat in het plan opgenomen wordt dat spoorbeheerders vaker op zoek moeten gaan naar alternatieve routes wanneer een bepaalde spoorroute niet beschikbaar is.
In juli dit jaar bracht de Europese Commissie het ‘Greening Transport Package’ naar buiten, een plan waarin voorstellen worden gedaan voor verbeteringen in het weg- en spoorvervoer. De verordening die gaat over spoor benoemt onder andere maatregelen die ervoor moeten zorgen dat spoorcapaciteit beter wordt ingepland. Zo wil het EU-orgaan een doorlopende planning introduceren, waarbij vervoerders ook buiten de jaardienstregeling flexibel ruimte op het spoor kunnen aanvragen. Ook moeten er strengere regels komen voor ruimte die wordt aangevraagd maar uiteindelijk niet gebruikt.
ERFA reageerde in eerste instantie positief op het vrachtpakket en stelde dat het voorstel voor veel volumegroei kan zorgen. Nu benadrukt de organisatie echter dat er nog een aantal verbeterpunten nodig is om die volumegroei daadwerkelijk te bereiken. Volgens de huidige planning gaan de geplande maatregelen pas in 2030 in. Dat is volgens Erfa te laat en niet voor alle maatregelen nodig. ‘We begrijpen dat er tijd nodig is voor maatregelen die vereisen dat er nieuwe it-systemen worden ontwikkeld. Maar er zijn ook maatregelen waarvoor dat niet nodig is’, vertelt Conor Feighan, secretaris-generaal van Erfa.
Rigide
Zo moet er volgens het voorstel strenger afgerekend worden met aanvragen van capaciteit die niet worden gebruikt. Nu vragen vervoerders soms meer capaciteit aan dan ze daadwerkelijk nodig hebben. Daarnaast gebeurt het dat spoorbeheerders verleende capaciteit op korte termijn intrekken vanwege bijvoorbeeld werkzaamheden. Volgens Erfa is er geen reden waarom dit soort wetten tot 2030 moeten wachten. Ook zou het bijvoorbeeld al eerder mogelijk moeten worden dat alle vervoerders internationale capaciteit op één plek aanvragen. ‘Dat vereist vooral coördinatie tussen verschillende spoorbeheerders en dat kan best eerder opgestart worden dan in 2030. Dan kan dat systeem zich met de jaren steeds verder verbeteren’, vertelt Feighan.
Daarnaast stelt de brancheorganisatie dat, als het huidige voorstel doorgang vindt, spoorbeheerders te vaak treinpaden die vervoerders aanvragen zullen weigeren. Dit omdat de spoorbeheerders volgens het voorstel treinpaden gaan toekennen of afwijzen via een internationaal capaciteitsplan. De zorg van de organisatie is dat dit te rigide is en dat spoorbeheerders zich onvoldoende hoeven te verdiepen in alternatieve routes. Volgens Erfa moeten spoorbeheerders alternatieve opties aanbieden wanneer een bepaald treinpad niet beschikbaar is.
Ten derde stelt de spoororganisatie dat er in het voorstel nog onvoldoende scheiding van machten is bij het beoordelen van de prestaties van spoorbeheerders. Volgens het huidige voorstel moet dit gedaan worden door Enim, een brancheorganisatie voor Europese spoorbeheerders. Dit zorgt volgens Erfa mogelijk voor belangenconflict. Als alternatief stelt de organisatie voor dat er een onafhankelijk orgaan wordt benoemd die de prestaties van de spoorbeheerders beoordeeld en als mediator optreedt bij conflict.